Voorbeeldsituatie van ergotherapie bij volwassenen

Nathalie
Ik heb bestuurskunde gestudeerd, mooie tijd was dat: ik heb toen ook in het bestuur van de studentenvereniging gezeten. Daarna verschillende banen gehad. Ik ben getrouwd geweest, maar inmiddels gescheiden; wel daarna enkele relaties. Paar keer verhuisd. Mijn ouders en mijn broer zijn eigenlijk de constante factor in mijn leven.
Mijn eerste opname is 11 jaar geleden en daarna volgden er nog veel korte en lange opnames. Je moet weten, ik heb een stemmingstoornis. Dan weer manisch, dan weer depressief. Heb ook een aantal keren op het punt gestaan er een eind aan te maken. Ik heb geëxperimenteerd met mijn medicijnen, ik vond dat ik het toch ook zonder moest kunnen. Uiteindelijk toch de knoop doorgehakt wel medicatie te nemen. Tegenwoordig ben ik aardig stabiel; ik weet op welke signalen ik moet letten en wanneer ik aan de bel moet trekken.

Reïntegreren samen met de ergotherapeut
Toen ik na een lange depressieve periode het gevoel kreeg dat het weer wat beter met mij ging, kreeg ik langzaam de behoefte om weer te gaan werken. Maar of ik dat aan zou kunnen? Ik heb mijn idee, maar ook mijn twijfels met de ergotherapeut besproken.
Tijdens een arbeidsanamnese hebben we mijn wensen geïnventariseerd; mijn hart blijkt nog steeds bij besturen te liggen. We hebben een analyse gemaakt van mijn sterke punten, maar ook gekeken naar mijn valkuilen. We hebben na die analyse voorwaarden opgesteld, doelen geformuleerd en zo stapsgewijs vorderingen gemaakt. De cliëntenraad van de instelling bleek nog mensen nodig te hebben en dat heb ik aangegrepen om weer ervaring op te doen in het vergaderen. Ik vind het mooi vrijwilligerswerk.
Ik evalueer regelmatig met de ergotherapeut mijn werkzaamheden voor de cliëntenraad en ik vertelde haar dat ik nog steeds blij ben met het werk, maar dat ik ook wel eens buiten dat GGZ-wereldje iets zou willen doen.

Netwerktafels
Die ergotherapeut is bezig ‘netwerktafels’ te organiseren. Ken je dat? Dat zijn maandelijkse bijeenkomsten in de wijk, ontmoetingen tussen mensen met een psychiatrische aandoening (die in die wijk wonen of daar weer willen wonen) en andere mensen uit de wijk: bewoners, middenstanders, coördinator van club- en buurthuis, eigenaar van een sportschool. Tijdens zo’n bijeenkomst gaat iedereen met elkaar in gesprek en wisselt informatie uit. Bijvoorbeeld handreikingen bieden om beter in een wijk te integreren en functioneren. Maar ook met de buurt meedenken, wijkbewoners voorlichting geven over hoe dat is: een psychiatrische aandoening (en zichtbare bijwerkingen van medicijnen). Brainstormen hoe mensen naar de gewone sportschool kunnen gaan, met iets extra aandacht. Want een psychiatrische aandoening hebben, hoeft toch niet te betekenen dat je voor altijd vastzit aan die GGZ?
Het projectteam bestaat momenteel uit een ergotherapeut, een wijkbewoner en een vertegenwoordiger uit de middenstand. Er is een vacature binnen het projectteam en deze functie past precies bij mij en het door mij gestelde doel. De bedoeling is dat ik als vaste deelnemer in die maandelijkse bijeenkomsten kom, aangezien ik via de cliëntenraad weet wat er speelt en waar behoefte aan is. Ik vind het wel spannend, maar ik weet dat ik het kan.
We hebben subsidie aangevraagd bij een stadsdeel, die gaat bekijken of de aanvraag past binnen de Wet maatschappelijke ondersteuning. We hebben samen een mooi voorstel ingediend: “Netwerkontwikkeling voor jongeren met complexe psychosociale problematiek”.

Scroll naar boven

We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website zo soepel mogelijk draait. Meer informatie